Een voorval tijdens de lunch op mijn werk vorige week, dat me maar niet los laat. Ik werk aan een universiteit, en een van mijn ex-collega’s die een jaar of twee geleden bij ons doctoreerde en nu een post-doc in het buitenland doet, was even terug in het land, en vergezelde ons tijdens de lunch. Hij had het erover dat het toch zo moeilijk is voor post-docs om een vaste baan te vinden (algemene bevestiging aan de tafel), en dat hij extra benadeeld was omdat hij ‘toevallig een blanke man van rond de 40 was’ (algemene verontwaardiging)
Zijn redenering: ‘hij heeft eindelijk zijn droomjob te pakken (voor zijn PhD heeft hij lang in de privé-sector gewerkt waar hij bakken geld heeft verdiend -dat laat hij soms nogal eens terloops vallen- maar ongelukkig werd) maar hij kan die waarschijnlijk niet blijven doen omdat het quotum voor witte mannen al opgevuld is’. Kortom, hij vindt oprecht dat hij gediscrimineerd wordt want er wordt enkel naar zijn geslacht gekeken en niet naar zijn capaciteiten.
Op geen enkele manier konden wij hem duidelijk maken dat bij ons al jaaaaaaren het aantal vrouwelijk studenten én doctoraatsstudenten hoger ligt, en er toch amper vrouwelijke post docs en proffen zijn… Dat er toch ergens een mechanisme zit waarom vrouwen er maar niet in slagen om in die hoogste echelons te geraken, ongeacht hun capaciteiten en dat positieve discriminatie de enige manier lijkt te zijn om dat recht te trekken. Enfin, uiteindelijk werd hij kwaad op ons, dat wij er zo maar vanuit gingen dat hij privileges had terwijl zijn ouders het vroeger ook niet makkelijk hadden, en zelf ook nooit gestudeerd hadden. hij heeft het dus wél allemaal alleen moeten doen…
Wat het helemaal frustrerend maakt, is dat deze man nogal nauw samenwerkte met een vrouwelijke PhD studente tijdens zijn doc. De algemene teneur was dat zij echt wel goed gewerkt had, en hij toch wat onnauwkeurigheden en slordigheden in zijn werk had. Op zich hebben zij altijd goed samengewerkt (denk ik), maar de vrouw in kwestie is na haar PhD gestopt in de academische wereld omdat ze daar heel onzeker van werd. ook tijdens haar doctoraat was ze heel onzeker over zichzelf, ondanks bvb het feit dat ze twee keer een prijs heeft gewonnen met haar werk. Bij hem daarentegen leek de kritiek vaak van hem af te glijden… Dat heeft natuurlijk veel te maken met de persoonlijkheden van deze twee mensen, en een anekdote is geen bewijs, maar ik vind hier toch wel een duidelijk patroon in terug waarom vrouwen zo moeilijk hogerop geraken. Dat maakt het voor mij nog pijnlijker dat deze mannelijke collega -die zichzelf bovendien erg progressief en links vind - gewoon niet in staat is om even vanop een afstandje naar zichzelf te kijken en te beseffen, dat hij -ondanks zijn harde werk- toch heel wat kansen heeft gekregen gewoon door zijn geslacht en kleur…
Enfin, ik weet dat we deze mensen nooit in één discussie zullen kunnen ‘bekeren’, maar toch… (het hier nog eens neer typen lucht ook ene beetje op). Is iemand van jullie er ooit al in geslaagd om iemand die zo duidelijk het concept “privilege” negeert, toch een beetje te overtuigen?