Ik heb sinds mijn tienerjaren een terugkerende droom. Ik loop in een soort paradijselijke tuin met allemaal vreemde dingen die ik moet overwinnen. Een grote plas water waarin ik akelige dingen zie, bruggen die ik over moet steken, keien in het water waar ik overheen moet lopen.
Er lopen drie jongens met mij mee. Ze helpen me alledrie met een ander stuk van de tuin passeren. Soms loop ik er met 1, soms 2 en bepaalde stukken met alledrie. Ze helpen me, dragen me, lopen naast me.
Nu ik drie belangrijke mannen in mijn leven heb/heb gehad begin ik er een beetje in te geloven dat deze droom hier wel iets mee te maken zou kunnen hebben. In het echte leven hebben alledrie de mannen mij met bepaalde obstakels en moeilijkheden geholpen in het leven. Met alledrie heb ik een langere tijd doorgebracht en op sommige momenten waren ze tegelijkertijd in mijn leven.
Als ik het zo typ klinkt het te bizar voor woorden, maar deze droom blijft me zo gedetailleerd bij.